Fibromyalgie is na artrose de meest voorkomende reumatische aandoening. Hoewel de aandoening nog steeds grotendeels onbegrepen is, wordt ze nu beschouwd als een levenslange aandoening van het centrale zenuwstelsel, die verantwoordelijk is voor toegenomen, uitstralende pijn bij patiënten. Dr. Daniel Clauw, hoogleraar anesthesiologie aan de Universiteit van Michigan, analyseerde vandaag de neurologische basis van fibromyalgie in een plenaire lezing tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de American Pain Society.
“Fibromyalgie kan worden beschouwd als een afzonderlijke aandoening en een veelvoorkomende progressie van pijncentralisatie en -chronificatie. De meeste patiënten lijden aan chronische pijn in het hele lichaam, levenslang”, aldus Clauw. “De aandoening kan moeilijk te diagnosticeren zijn zonder de klassieke symptomen te kennen, omdat er geen eenduidige oorzaak en geen uiterlijke tekenen zijn.”
Clauw legde uit dat fibromyalgiepijn meer voortkomt uit de hersenen en het ruggenmerg dan uit lichaamsdelen waar perifere pijn kan optreden. De aandoening wordt geassocieerd met verstoringen in de verwerking van pijn en andere sensorische informatie door de hersenen. Hij zei dat artsen fibromyalgie moeten overwegen bij patiënten met multifocale (meestal musculoskeletale) pijn die niet volledig kan worden verklaard door letsel of ontsteking.
“Omdat pijnpaden door het hele lichaam versterkt zijn bij fibromyalgiepatiënten, kan pijn overal optreden. Daarom komen chronische hoofdpijn, viscerale pijn en sensorische overgevoeligheid vaak voor bij mensen met deze pijnlijke aandoening”, aldus Clauw.
“Dit betekent niet dat perifere nociceptieve stimuli niet bijdragen aan de pijn van fibromyalgiepatiënten, maar ze ervaren wel hevigere pijn dan normaal gesproken verwacht zou worden op basis van de mate van perifere stimuli. Mensen met fibromyalgie en andere pijnaandoeningen die gekenmerkt worden door sensibilisatie, ervaren pijn bij aanraking die mensen zonder de aandoening als pijn zouden omschrijven”, aldus Clauw.
Omdat fibromyalgiepijn ontstaat in het centrale zenuwstelsel, zijn behandelingen met opioïden of andere narcotische pijnstillers over het algemeen niet effectief, omdat ze de neurotransmitteractiviteit in de hersenen niet verminderen, aldus Clauw. “De effectiviteit van deze medicijnen bij fibromyalgiepatiënten is nog niet bewezen en er zijn aanwijzingen dat opioïden fibromyalgie en andere aandoeningen met gecentraliseerde pijn zelfs kunnen verergeren”, aldus Clauw.
Clauw adviseert clinici om farmacologische behandelingen, zoals gabapentinoïden, tricyclische antidepressiva en serotonineheropnameremmers, te combineren met niet-farmacologische benaderingen, zoals cognitieve gedragstherapie, lichaamsbeweging en stressvermindering.
“Soms is de respons op eenvoudige en goedkope niet-medicamenteuze therapieën groter dan die van geneesmiddelen”, aldus Clauw. “Het grootste voordeel is een verbeterde functie, wat het primaire behandeldoel bij chronische pijn zou moeten zijn. De meeste fibromyalgiepatiënten kunnen verlichting van hun symptomen ervaren en een normaal leven leiden met de juiste medicatie en een uitgebreid gebruik van niet-medicamenteuze therapieën.”